Rommert, Kees en Vincent

Tegen het verbleken van de wereld


Kitsch kasteel


Aan het eind van de vorige eeuw stonden wij, onbekend met elkaar, voor Kasteel Groeneveld in Baarn. Ik als adjunct-chef, die dit keer de ontvangst van gasten deed bij de opening van de tweejaarlijkse parktentoonstelling in samenwerking met de Nederlands Kring van Beeldhouwers. Rommert Boonstra als speciale gast, die daarbij een gedicht voor zou gaan dragen.

“Eigenlijk is het een kitsch-kasteel”, zei ik tegen Rommert, die begeleid werd door een prachtige dame met rood haar. “Het is trouwens geeneens een kasteel, maar een landhuis van 19 de-eeuwse oplichters”.

Hij keek me enigszins geschokt aan en reageerde: “Ik vind het een prachtig kasteel.”

Ik legde uit dat mijn opmerking over het gebouw te maken had met de wetenschap dat die kantelen van plastic waren en dat er veel authentieks uit het interieur was verdwenen in de loop van de tijd. Kasteel Groeneveld werd jarenlang bewoond door een mecenas en langstrekkende kunstenaars, maar werd ontruimd door de eigenaar omdat het op instorten zou staan.

Rommert zijn blik werd alleen maar nog verbaasder na deze verklaring en hij zweeg.

Ik voelde me er wat ongelukkig bij. Ergens wist ik dat ik een domme opmerking had gemaakt. Het gebouw heeft natuurlijk zijn mooie kanten, het romantische park eromheen is zeer aantrekkelijk. En bovendien, met een creatieve en fantasierijke blik op de werkelijkheid wordt alles er so wie so een stuk mooier op. Creativiteit en fantasie, ik heb het mede door mijn inmiddels al jarenlange vriendschap met Rommert ontdekt, is van levensbelang.


Natuurcollecties


Bij de borrel na de opening van de parktentoonstelling, vertelde ik hem dat ik bij de laatste overgebleven kandidaten hoorde voor een directeursfunctie in het natuurmuseum in de stad Groningen, dat inmiddels gelukkig in onze fantasie nog springlevend is, want wat zijn daar mooie dingen gebeurd! Hetzelfde geldt trouwens voor Henriëtte, de eerder genoemde dame met het rode haar. Springlevend in onze verbeelding.

Er ontstond, terwijl ik over die sollicitatie vertelde en Rommert over zijn fascinatie voor natuurcollecties, een idee. Daarbij moest ik denken aan de collageachtige foto’s die Rommert maakte van opstellingen in een soort schoenendozen. Deze foto’s trof je indertijd aan in de 1e klascoupé’s van de NS-treinen. Ze intrigeerden me mateloos en deden me aan poppenhuizen denken: poppenhuizen waar je het liefst in rond zou willen lopen. Iets dat met de technieken van vandaag de dag mogelijk zou moeten zijn en nu eindelijk maar eens zou moeten worden geprobeerd.

“Wanneer het me lukt die baan te krijgen bel ik je op en gaan we iets met natuurhistorische collecties doen.”, zei ik hem, toen we afscheid namen.


Natura ex machina


De baan lukte en het idee werd werkelijkheid. Later vertelde Rommert me dat hij nooit had verwacht dat ik erop terug zou komen. ”Mensen beloven zoveel”, zei hij. Nu was het mijn beurt om hem verbaasd aan te kijken en te zwijgen. 'Natura ex machina' heette deze wondere wereld van natuurhistorische kunst, die van start ging na aankomst van een optocht van met dierenmaskers getooide genodigden achter een door zwarte paarden getrokken koets met opgezette dieren erin. Later was de tentoonstelling te zien in het pas geopende Naturalis, onder zwijgzaam protest van de conservatoren aldaar, maar dankzij de enthousiaste directeur Wim van der Weiden, die de tentoonstelling in Groningen geopend had.

De hemel bestormen

Sindsdien hebben Rommert en ik vele avonturen beleefd. De hemel bestormen, noemt hij het. We deden dat met reuzengrote collages van bloemen en planten, die werden gedetermineerd door de directeur van het Nederlands Flora Instituut. Het werd een barokke tentoonstelling die tot de verbeelding sprak. Twee jaar geleden vond er een bijzonder avontuur plaats met schrijver Jaap Scholten, wat resulteerde in een houten huis met wonderlijk ingerichte kamers waarin gebruik werd gemaakt van cultuurhistorische verzamelingen en kunstvoorwerpen. Het Huis van Verlangen, met verhalen over de textielfamilies van weleer. Deze inspirerende samenwerking leidde mede tot het succesvolle boek Horizon City, waarmee Jaap Scholten hoge ogen gooide.

Ik bedoel maar: wat samenwerking tussen onverwachte partners zoal kan opleveren!


Van Gogh


Dus is het een uitstekende keuze van het Van Gogh-huis in Zundert om Rommert Boonstra met zijn Annemieke een maand lang in de armen te sluiten, zodat hij met de geest van Vincent samen kon werken. Zo is het. Want ook van Gogh leeft natuurlijk in onze verbeelding nog steeds voort.

Het contrast tussen de optimistische en romantische Boonstra en de trieste en depressieve Van Gogh kan bijna niet groter. Het moest wel tot iets bijzonders leiden. Dat heeft het dan ook gedaan. Kijkt van Gogh mee vanuit onze verbeelding? Wordt hij vrolijk van de combinaties die Rommert, nu veelal achter het beeldscherm, maar nog steeds volgens het kijkdoosprincipe, heeft gemaakt?Hij is wellicht postuum van zijn depressie genezen.

Het werk van Boonstra intrigeert, zet op het verkeerde been, roept verwarring, ook verontwaardiging en irritatie op wellicht, maar het houdt je wakker. Dat is precies wat kunst moet doen: ons wakker houden. Het is een remedie tegen het verbleken en het verstarren van de wereld.


November 2016

Atelier Van Gogh Huis, Zundert